GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS
RS 2200 33019476(3)2010-02 A
39
REINIGING/VERVANGING VAN DE SPUITMOND VAN DE HANDMATIGE AANZUIGSLANG
Schakel de parkeerrem (3, Afb. D) in.1.
Doe de motor uit door de contactsleutel (6, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.2.
Draai met een inbussleutel van Ø27 de knevelschroeven (1, Afb. AC) van de koppeling (3) los.3.
Draai de knevelschroef (1, Afb. AC) van de koppeling (4) los en bewaar de sluitringen (6).4.
Draai met een inbussleutel van Ø14 de eenheid spuitmond-fi lter los uit de knevelschroef (1).5.
Draai de fi lter (2, Afb. AC) los uit de spuitmond (5).6.
Reinig met perslucht of vervang de spuitmond (4, Afb. AC) en de fi lter (2).7.
REINIGING/VERVANGING VAN DE SPUITMONDEN VAN DE BORSTELS
Schakel de parkeerrem (3, Afb. D) in.1.
Doe de motor uit door de contactsleutel (6, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.2.
Draai de bevestigingsring (1, Afb. AE) los.3.
Reinig de spuitmond (2, Afb. AE) en de fi lter (3) met perslucht en verwijder daarna eventuele kalkaanslag of vervang waar 4.
nodig de fi lter (3) en/of de spuitmond (2).
Plaats de fi lter (3, Afb. AE) en de spuitmond (2) terug en bevestig ze met de bevestigingsring (1).5.
Voer de procedure op beide zijborstels en op de derde borstel uit.6.
REINIGING/VERVANGING VAN DE SPUITMONDEN VAN DE AANZUIGMOND
Laat de zuigmond zakken door het onderste deel van de schakelaar (47, Afb. D) ingedrukt te houden.1.
Schakel de parkeerrem (3, Afb. D) in.2.
Doe de motor uit door de contactsleutel (6, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.3.
Haal het verbindingsstuk (1, Afb. AF) met de slang uit de uitsparing op de aanzuigmond (2).4.
Draai de spuitmond (3, Afb. AF) los uit het verbindingsstuk (1).5.
Reinig met perslucht of vervang de spuitmond (3, Afb. AF).6.
BUITENGEWONE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
VERVERSING VAN DE OLIE EN VERVANGING VAN DE FILTERS VAN HET HYDRAULISCH SYSTEEM
LET OP!
De olie van het hydraulisch systeem is zeer bijtend, draag daarom altijd rubberen handschoenen.
Schakel de parkeerrem (3, Afb. D) in.1.
Leeg de afvalcontainer zoals aangegeven in het deel Gebruik van de machine.2.
Doe de motor uit door de contactsleutel (6, Afb. D) tot het einde tegen de klok in te draaien en de sleutel te verwijderen.3.
Plaats de blokkeerstang (1, Afb. M).4.
Open de watertank rechtsvoor (2, Afb. F) door de bovenste en onderste steunen (16 en 17) los te halen met een inbussleutel 5.
d.8.
Plaats een geschikte opvangbak om olie op te vangen aan de rechterkant van de machine onder de aftapdop (19, Afb. F) van 6.
de olietank van het hydraulisch systeem.
Draai de aftapdop (19, Afb. F) los en verwijder deze. Laat alle olie uit het hydraulisch systeem lopen.7.
Wanneer alle olie uit het reservoir is gedruppeld, draait u de dop (19, Afb. F) weer vast.8.
Verwijder de dop van de olietank (14, Afb. G).9.
Draai het deksel (1, Afb. AG) van de gecombineerde fi lter (18, Afb. G) los en bewaar de pakking (2, Afb. AG) voor het 10.
monteren.
Verwijder de dop (3, Afb. AG) uit de houder (5) en bewaar de pakking (4) voor het monteren.11.
Vervang de houder (5).12.
Voer de punten 10 en 11 in omgekeerde volgorde uit.13.
Draai het deksel (6, Afb. AG) van de retourfi lter (19) los en bewaar de pakking (7) voor het monteren.14.
Verwijder de houdereenheid (8, Afb. AG) uit de retourfi lter (19, Afb. G) en bewaar de pakking (9, Afb. AG) voor het monteren.15.
Druk op de ribben en verwijder het omloopmechanisme (10, Afb. AG) uit de container (12).16.
Trek de houder (11, Afb. AG) eruit en vervang deze.17.
Voer de punten 14 tot en met 17 in de omgekeerde volgorde uit.18.
Vul de olietank van het hydraulisch systeem (4, Afb. G) via de vuldop (14). Zie voor de bruikbare soorten olie het hoofdstuk 19.
Technische eigenschappen.
LET OP!
De verwijderde olie en fi lters moeten worden bezorgd bij speciale inzamelingsbedrijven die voldoen aan de
geldende milieuwetgeving.