Briggs & Stratton 90000 Automobile Parts User Manual


 
NL
51
In de VS mag gelode benzine niet gebruikt worden. Sommige
brandstoffen, met zuurstof verrijkte of opnieuw geformuleerde
brandstoffen genoemd, zijn benzines die met alcohol of ether
gemengd zijn. Overmatige hoeveelheden van deze
mengstoffen kunnen het brandstofsysteem beschadigen of
prestatieproblemen veroorzaken. Als er ongewenste
symptomen tijdens bedrijf optreden, gebruik dan een benzine
met een lager percentage alcohol of ether.
Deze motor is gecertificeerd om op benzine te werken.
Exhaust Emission Control System (Uitlaatemissie Beheersing
Systeem): EM (Engine Modifications).
Gebruik geen benzine die Methanol bevat. Meng geen olie
door de benzine.
Voor bescherming van de motor raden wij het gebruik aan van
Briggs & Stratton Brandstof Stabilisator, verkrijgbaar bij een
Geautoriseerde Briggs & Stratton Service Dealer.
Benzineniveau Controleren.
WAARSCHUWING
Voordat er getankt wordt,
de motor 2 minuten laten
afkoelen.
Reinigen rond de brandstof vulopening voordat de tankdop
verwijderd wordt. Vul de tank tot ongeveer 2 cm onder het
laagste deel van de vulopening om de brandstof te kunnen
laten uitzetten. Wees voorzichtig niet te overvullen.
STARTEN / STOPPEN
WAARSCHUWING
VOOR HET STARTEN
De motor waterpas starten, opslaan en bijtanken.
Tank brandstof bij en installeer de tankdop weer.
Controleer het oliepeil.
DE MOTOR STARTEN
Fig. 3
Beweeg de snelheidshefboom naar de stand FAST"
(=volgas). Gebruik de motor in de stand FAST".
Beweeg de choke bedieningshendel naar CHOKE".
Beweeg de stopschakelaar (indien hiermee uitgerust)
naar ON" (=aan).
Bij het starten van de motor, het koord langzaam
uittrekken tot er weerstand gevoeld wordt, dan snel
uittrekken.
Laat de motor opwarmen.
Choke verstellen: Beweeg de choke langzaam richting
RUN" (=aan). Wacht voor elke verstelling van de choke tot
de motor soepel draait.
STOPPEN
Fig. 4
De motor niet uitzetten door
de chokehendel op CHOKE
te zetten. Daardoor kan
terugslag, brand of motorschade ontstaan.
WAARSCHUWING
Beweeg indien mogelijk de snelheidshefboom naar de
stand IDLE" (=stationair) of SLOW" (=langzaam)
.
Beweeg dan de stopbediening naar de stand STOP" of
OFF" (=uit), indien hiermee uitgerust
.
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Om per ongeluk starten te voorkomen, de
bougiekabel verwijderen en aan massa
leggen voordat er onderhoud wordt
uitgevoerd.
Wij adviseren U om voor al het onderhoud en service naar een
geautoriseerde Briggs & Stratton Dealer te gaan. Gebruik
uitsluitend Briggs & Stratton onderdelen.
Sla het vliegwiel niet met een
hamer of hard voorwerp.
Indien dit gebeurt, kan het vliegwiel barsten tijdens bedrijf.
Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen
of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen.
WAARSCHUWING
Volg de intervallen volgens bedrijfsuren of kalender, wat het
eerst voor komt. Er is vaker onderhoud nodig wanneer de
motor onder zware omstandigheden wordt gebruikt, zoals
hieronder aangegeven.
Eerste 5 uur
D Olie verversen
Iedere 5 uur of dagelijks
D Oliepeil controleren
D Vingerafscherming op de repeteerstarter reinigen
D Rond uitlaat reinigen
Iedere 25 uur of ieder seizoen
D Olie verversen bij bedrijf onder zware belasting of hoge
omgevingstemperatuur
D Luchtfilter voorfilter onderhouden, indien hiermee uitgerust*
D Luchtfilterpatroon onderhouden, indien geen voorfilter*
Iedere 50 uur of ieder seizoen
D Olie verversen
D Vonkenvanger inspecteren, indien hiermee uitgerust.
Iedere 100 uur of ieder seizoen
D Luchtfilterpatroon onderhouden, indien uitgerust met een
voorfilter*
D Luchtkoeling systeem reinigen*
D Bougie vervangen**
* Vaker reinigen onder stoffige omstandigheden of indien
er veel zwevend vuil aanwezig is, of na langdurig gebruik
voor het maaien van lang, droog gras.
** In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het
gebruik voor van weerstandbougies om
ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze
motor origineel was uitgerust met een
weerstandbougie, gebruik dan voor vervanging
hetzelfde type bougie.
OPGEPAST: Gebruikte olie is gevaarlijk afval. Gooi
gebruikte olie op de juiste manier weg. Niet met
huishoudelijk afval weggooien. Raadpleeg de
plaatselijke autoriteiten, servicecentrum of dealer voor
veilige manieren om weg te gooien/te recyclen.
MOTOROLIE VERVERSEN
Fig. 5
WAARSCHUWING
Ververs de olie na de eerste 5 bedrijfsuren. Ververs de olie
wanneer de motor warm is. Opnieuw vullen met olie van de
aanbevolen SAE viscositeit.
1. Plaats de motor waterpas.
2. Ontkoppel de bougiekabel en houd deze weg van de
bougie.
3. Verwijder de aftapplug
en tap de olie in een geschikte
opvangbak af.
4. Breng de aftapplug weer aan. Verwijder de olievuldop
5. Voeg nieuwe olie toe tot het punt van overstromen.
6. Breng de olievuldop weer aan.
LUCHTFILTERSYSTEMEN
Alle motoren hebben een luchtfilterpatroon. De patroon is plat
of ovaal (zie afbeeldingen). Daarnaast hebben bepaalde
motoren een voorfilter.
OPGEPAST
Bij de reiniging van een patroon geen perslucht of
oplosmiddelen gebruiken. Perslucht kan de patroon
beschadigen; oplosmiddelen zullen de patroon oplossen.
Fig. 6
OVAAL LUCHTFILTER
1. Druk de nokken
aan de zijkanten van het
luchtfilterdeksel in, terwijl het deksel
eraf getrokken
wordt.
2. Verwijder de patroon
voorzichtig om te voorkomen
dat vuil de carburateur in komt.
3. Installeer het nieuwe luchtfiltersamenstel weer in de
basis.
4. Installeer het deksel weer door de nokken op hun plaats
te klikken.
Fig. 7
VIERKANT LUCHTFILTER
1. Draai de bouten
los en verwijder het deksel.
2. Verwijder voorfilter (indien hiermee uitgerust) en
patroon
voorzichtig om te voorkomen dat vuil de
carburateur binnen komt.
3. Installeer het schone (of nieuwe) luchtfiltersamenstel
weer in de basis.
4. Om de voorfilter te onderhouden (indien hiermee
uitgerust), deze van de patroon verwijderen en in
vloeibaar afwasmiddel met water wassen. Laat het door
en door in de lucht drogen. Niet inoliën. Installeer de
droge voorfilter weer op een schone patroon.
5. Breng het deksel weer aan en draai de boutjes stevig
vast.
LUCHTKOELINGSYSTEEM
Fig. 8
Het wordt aanbevolen het koelsysteem iedere 100 uur met
verwijderde koelluchtkap te reinigen. Reinig de getoonde
gebieden.
UITLAAT
WAARSCHUWING
Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten origineel zijn
en op dezelfde manier geïnstalleerd worden als de originele
onderdelen, anders kan brand optreden.
Als de uitlaat is voorzien van een vonkenvangerscherm, het
scherm verwijderen voor reiniging en inspectie. Vervang het
indien het is beschadigd of verstopt door vuil.
BOUGIE
Controleer de bougie elk seizoen. Vervang de bougie indien
deze bij inspectie ingebrande of versleten elektrodes vertoont.
Zorg ervoor dat de bougie schoon is. Controleer de
elektrodeafstand met een voelermaat
en stel deze indien
nodig in op 0,75 mm
.
VERBRANDINGSAFZETTINGEN
We raden aan dat U een geautoriseerde Briggs & Stratton
Dealer elke 100-300 uur de verbrandingsafzettingen laat