Briggs & Stratton 120000 INTEK EDGE 850 Automobile Parts User Manual


 
NL
51
FRESH STARTE TANKDOP
Fig. 3
Uw motor kan zijn uitgerust met een Fresh Start" tankdop.
De inhoud is SCHADELIJK OF DODELIJK
BIJ INNAME. Vermijd contact met de ogen,
huid of kleding. Niet innemen. De damp of de
nevel niet inademen. Te sterke blootstelling
aan de ogen of de huid kan irritatie
veroorzaken. Houd de stabilisatievloeistof
buiten bereik van kinderen.
Stabilisatievloeistof voor brandstof is een
gevaarlijke chemische stof.**
** Stabilisatievloeistof voor brandstof bevat
2,6-di-tert-butylfenol (128-39-2) en alifatisch
petroleumdistillaat (64742-47-8).
GEVAAR
De Fresh Start brandstofstabilisator met wit label. Ê
De Fresh Start brandstofstabilisator met label verwijderd. Ë
1. Plaats de patroon in de tankdop. Ì
2. Druk op de patroon zodat deze op zijn plaats
vastklikt".
Í
3. Verwijder het witte lipje om het membraan vrij te laten
komen.
Î
Noot: Verwijder niet het zilverfolie van de
tegenoverliggende kant van de patroon.
4. Plaats de tankdop weer op de brandstoftank van de
motor.
Ï
5. Controleer de patroon Ï regelmatig om er zeker van te
zijn dat er nog stabilisatievloeistof in zit. Als de patroon
leeg is, verwijder en vervang deze dan.
STARTEN & STOPPEN
WAARSCHUWING
VOOR HET STARTEN
Fig. 4
Controleer het oliepeil.
Tank brandstof bij en installeer de tankdop weer.
Beweeg de bedieningshendel naar de stand FAST"
(volgas).
Ê
Druk de primerbalg 3 maal in, indien de motor hiermee is
uitgerust.
Ë
Zet de chokehendel in de dichte stand. Ì
DE MOTOR STARTEN
Fig. 5
Trek de veiligheidshendel van de rem naar achteren Ê en,
Pak de startgreep
Ë en trek langzaam tot er weerstand
gevoeld wordt. Trek het koord dan snel uit om door de
compressie te komen, terugslag te voorkomen en de motor
te starten.
OF, draai de sleutel naar start.
Ì
OPGEPAST
Voor een optimale levensduur van de startmotor moet U
steeds kortstondig starten (5 sec. maximaal, wacht vervolgens
een minuut). Volg de instructies van de machinefabrikant voor
het laden van de accu.
Laat de motor opwarmen.
Als de motor is uitgerust met een choke:
Beweeg de choke langzaam richting RUN" (=aan). Wacht
voor elke verstelling van de choke tot de motor soepel draait.
STOPPEN
Fig. 6
WAARSCHUWING
De motor niet uitzetten door de chokehendel op CHOKE te
zetten. Daardoor kan terugslag, brand of motorschade
ontstaan.
Laat de bedieningshendel van de veiligheidsrem
Ê los OF
zet de toerentalbediening op stop
Ë.
OF, draai de sleutel op uit (off) en verwijder deze. Ì
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Om per ongeluk starten te voorkomen, de
bougiekabel Ê verwijderen en aan massa
leggen voordat er onderhoud wordt
uitgevoerd.
Wij adviseren U om voor al het onderhoud en service naar een
geautoriseerde Briggs & Stratton Dealer te gaan. Gebruik
uitsluitend Briggs & Stratton onderdelen.
WAARSCHUWING
Sla het vliegwiel niet met een hamer of hard voorwerp.
Indien dit gebeurt, kan het vliegwiel barsten tijdens bedrijf.
Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen
of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen.
OPGEPAST
Als de motor gekanteld moet worden om de machine te
vervoeren of op gras te inspecteren en te verwijderen, de
bougiekant van de motor omhoog
houden.
Volg de intervallen volgens bedrijfsuren of kalender, wat het
eerst voor komt. Er is vaker onderhoud nodig wanneer de
motor onder zware omstandigheden wordt gebruikt, zoals
hieronder aangegeven.
Eerste 5 uur
D Olie verversen
Iedere 8 uur of dagelijks
D Oliepeil controleren
D Vuil verwijderen***
D Rond uitlaat reinigen
Iedere 25 uur of ieder seizoen
D Olie verversen bij bedrijf onder zware belasting of
hoge omgevingstemperatuur
D Luchtfilter onderhouden *
Iedere 50 uur of ieder seizoen
D Olie verversen
D Vonkenvanger inspecteren, indien hiermee uitgerust.
Iedere 100 uur of ieder seizoen
D Luchtfilterpatroon onderhouden, indien uitgerust
met een voorfilter*
D Luchtkoeling systeem reinigen*
D Oliefilter vervangen, indien hiermee uitgerust
D Benzinefilter in de leiding vervangen, indien hiermee
uitgerust
D Bougie vervangen**
* Vaker reinigen onder stoffige omstandigheden of indien
er veel zwevend vuil aanwezig is, of na langdurig gebruik
voor het maaien van lang, droog gras.
** In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het
gebruik voor van weerstandbougies om ontstekingssigna-
len te onderdrukken. Indien deze motor origineel was
uitgerust met een weerstandbougie, gebruik dan voor
vervanging hetzelfde type bougie.
*** Bij draadstrimmer toepassingen: van vuil reinigen bij
iedere keer bijtanken, zo nodig eerder;
laat een gekwalificeerde technicus het luchtkoelsysteem
iedere 30 uur, ieder seizoen, indien nodig eerder,
reinigen, vooral onder vuile omstandigheden.
MOTOROLIE VERVERSEN
Fig. 7
WAARSCHUWING
Ververs de olie na de eerste 5 bedrijfsuren. Ververs de olie
wanneer de motor warm is. Opnieuw vullen met olie van de
aanbevolen SAE viscositeit.
1. Tap bij voorkeur olie af vanaf de bovenzijde van de
motor, zoals op de afbeelding te zien is. Als u olie aftapt
vanaf de bovenzijde van de motor, houd dan de zijde
van de luchtfilter
Ë omhoog. Olie kan ook worden
afgetapt met de bougiekant omhoog.
2. OF, olie kan vanaf de bodem van de motor worden
afgetapt, indien nodig. Door de aftapplug te verwijderen
Ì met een ratel en vierkant verlengstuk Í, kan de olie
vanaf de bodem van de motor afgetapt worden.
OLIEFILTER
Vervang de oliefilter Î, indien de motor hiermee is uitgerust
Vervang de oliefilter na iedere 100 bedrijfsuren.
1. Tap de motorolie af.
2. Voordat de nieuwe filter wordt geïnstalleerd, de
oliefilterpakking licht inoliën met verse, schone olie.
3. Schroef de filter met de hand op tot de pakking de
oliefilteradapter raakt. Dan nog 1/2 tot 3/4 slag verder
vastdraaien.
4. Vul de motor weer met verse olie.
5. Start de motor en laat deze stationair draaien om op
lekkage te controleren. Stop de motor.
6. Controleer opnieuw het oliepeil. Indien nodig olie
bijvullen.
LUCHTFILTER
Fig. 8
Alle motoren hebben een luchtfilterpatroon. De patroon is plat
of ovaal (zie afbeeldingen). Daarnaast hebben bepaalde
motoren een voorfilter.
VOORZICHTIG:
Bij de reiniging van een patroon geen perslucht of
oplosmiddelen gebruiken. Perslucht kan de patroon
beschadigen; oplosmiddelen zullen de patroon oplossen.
VOORFILTER
Om de voorfilter te reinigen (indien hiermee uitgerust), moet u
het van de patroon afhalen en in vloeibaar afwasmiddel met
water wassen. Laat het door en door in de lucht reinigen. De
voorfilter niet inoliën. Plaats de droge voorfilter weer op een
schoon patroon.
OVAAL LUCHTFILTER
1. Draai de schroeven
Ë los en til het deksel Ì op.
2. Verwijder voorzichtig de voorfilter
Í (indien hiermee
uitgerust) en het patroon samenstel
Í.
3. Na onderhoud aan voorfilter en patroon, de voorfilter op
de patroon assembleren.
4. Installeer het patroon/voorfilter-samenstel in de basis
Ï.
5. Plaats het deksel op de luchtfilter en draai de boutjes
stevig in de basis.
VIERKANT LUCHTFILTER
1. Draai het boutje
Ë los en kantel het deksel Ì naar
beneden. Verwijder voorzichtig voorfilter
Í (indien
hiermee uitgerust) en patroon
Î samenstel uit het deksel.
2. Plaats na onderhoud aan voorfilter en patroon de
voorfilter, indien hiermee uitgerust, over de
patroonvouwen met de pijlen in de getoonde richting
(voorfilterlip
Ï zal aan de bodem van de vouwen zijn).
3. Installeer voorfilter en patroon samenstel in het deksel.
4. Steek de nokken van het deksel in de sleuven
Ð in de
bodem van de basis.
5. Kantel het deksel omhoog en draai het boutje stevig
vast in de basis.