Nederlands
18DOC.ATX.EL.1 Rev.: - Mei ‘03
1 Montage
5 Zorg voor een juiste aarding van het
actuatorchassis.
6 Gebruik voor weersbestendige en explosieveilige
toepassingen geschikte kabelbuizen of
kabelmoffen.
7 Sluit de voedings- en regelspanning correct aan
op de actuator aan de hand van het
bedradingsschema.
8 Gebruik bij alle verbindingen en aansluitingen de
juiste pencontacten of contactstrippen.
9 Sluit altijd een condenswerende verwarming aan.
1.2 Opslag
1.2.1 Magazijnopslag
1 Actuators moeten worden opgeslagen in een
schoon en droog magazijn zonder overmatige
trillingen en snelle temperatuurschommelingen.
2 Actuators mogen niet op een vloeroppervlak
worden opgeslagen.
3 In ruimten met een hoge luchtvochtigheid moet in
het motorcompartiment van de actuator een zakje
droogmiddel worden aangebracht. (Dit absorbeert
het overtollige vocht.)
1.2.2 Opslag op locatie
1 Actuators moeten worden opgeslagen in een
schone en droge locatie zonder overmatige
trillingen en snelle temperatuurschommelingen.
2 Zorg ervoor dat alle afdekkingen van de actuator
zijn aangebracht en stevig vastzitten.
3 Plaats een zakje droogmiddel in het
motorcompartiment als er geen stroomvoorziening
aanwezig is. (Plaats het deksel terug en zet dit
stevig vast.)
4 Vervang de kunststof buispluggen door geschikte
leidingpluggen.
Belangrijk
* Bij niet-inachtneming van de opslagrichtlijnen
vervalt elke aanspraak op garantie.
LET OP
* Houd bij het opslaan, monteren en bedienen
van de El-O-Matic EL actuator altijd rekening
met het volgende:
1.1 Elektrische bedrading
1 De regelschakeling waarmee de actuator wordt
gevoed, mag de motorwikkelingen nooit zodanig
van stroom voorzien dat deze op hetzelfde
moment worden "geopend" en "gesloten".
* Voorbeeld: Wanneer de aansluiting voor het
"openen" van stroom wordt voorzien, moet de
aansluiting voor het "sluiten" van de voeding zijn
geïsoleerd en vice versa.
* Niet-naleving van deze instructie zal tot
oververhitting van de motor leiden.
2 Als er meerdere actuators worden bediend via een
gemeenschappelijke schakelaar en deze
schakelaar uitsluitend over een tweepolig
elektrisch omschakelcontact met twee standen
(een zogenaamd D.P.D.T.-contact) beschikt, dan
kan dit tot gevolg hebben dat de actuators in
verschillende richtingen draaien.
* Voorbeeld: Een schakelaar met de standen
openen/stoppen/sluiten, die alleen over tweepolige
tweestandencontacten beschikt, stuurt drie
actuators aan.
* Wanneer de schakelaar in de stand "Openen"
wordt gedraaid, beginnen alle drie de actuators
zich naar de stand Openen te bewegen. Als een
van de drie actuators eerder dan de beide andere
actuators de geopende stand bereikt, kan deze
actuator via het "common-contact" van de
tweepolige tweestandenschakelaar en via de
"Sluiten-bedrading" van een van de andere
actuators een stroomsignaal ontvangen. Dit leidt
ertoe dat de actuator (welke het eerst geopende
stand bereikt) richting de gesloten stand beweegt.
3 Wanneer er verschillende actuators met behulp
van een driestandenschakelaar parallel moeten
worden geschakeld, moet de betreffende
schakelaar zijn uitgerust met afzonderlijke
contacten voor elke actuator die moet worden
aangestuurd.
4 Gebruik uitsluitend draden met de juiste
draadmaat en isolatie. (Houd u aan de instructies
van de toepasselijke elektrische normen.)