6
Waarschuwing
LEES DEZE HANDLEIDING EN DE
BIJGELEVERDE READ THIS FIRST
(INSTALLATIEHANDLEIDING) VOLLEDIG
DOOR VOORDAT U HET PERSOONLIJKE
NAVIGATIESYSTEEM INSTALLEERT OF
GEBRUIKT. ONJUISTE INSTALLATIE OF
ONJUIST GEBRUIK VAN DIT APPARAAT KAN
ONGELUKKEN, LETSEL OF DE DOOD TOT
GEVOLG HEBBEN.
Veiligheid
• Neem de volgende maatregelen in acht:
– Installeer het navigatiesysteem op een veilige
plaats waar het zicht van de bestuurder niet
wordt belemmerd.
–Installeer het apparaat niet boven een airbag.
– Plaats de kabels en houder zo dat ze het rijden
niet belemmeren.
–Bevestig het apparaat stevig op de houder,
anders kan het apparaat vallen.
–Reinig het oppervlak van de zuignap en het
bevestigingsoppervlak voordat u het apparaat
bevestigt. Wanneer u het apparaat op het
dashboard installeert, reinigt u het oppervlak
waarop de zuignap moet worden bevestigd.
Controleer tevens na de installatie of de zuignap
stevig is bevestigd. Als u dit niet doet, kan het
apparaat of de houder vallen.
Als u geen rekening houdt met de bovenstaande
punten, kan dit onveilige situaties tot gevolg
hebben.
• Oefen niet te veel druk uit op het apparaat of de
houder, omdat het apparaat of de houder dan kan
vallen.
• Houd u aan de plaatselijke verkeersregels en
wetgeving.
• Kijk niet voortdurend op het apparaat tijdens het
rijden. Dit is gevaarlijk en kan
verkeersongelukken veroorzaken.
• Als u het navigatiesysteem tijdens het rijden wilt
bedienen, moet u de auto eerst op een veilige
plaats stoppen.
• Pas het apparaat niet aan.
• Demonteer het apparaat niet, behalve als u het
apparaat weggooit.
Gebruik
• Plaats geen vreemde voorwerpen in de aansluiting
van het apparaat. Dit kan storingen veroorzaken.
• Wanneer het apparaat niet wordt gebruikt, schakelt
u het uit door op ?/1 (1) te drukken of ?/1 (1)
te schuiven. Haal het apparaat uit de houder en
koppel vervolgens de accuadapter los. Als u dit
niet doet, kan de accu van de auto leeglopen. Houd
rekening met het volgende:
Als de aanstekeraansluiting van de auto niet is
aangesloten op de ACC-positie van het
contactslot, wordt er nog steeds stroom geleverd
aan de ingebouwde stroomvoorziening van het
apparaat, zelfs als het contact is uitgeschakeld of
het apparaat niet wordt gebruikt.
• Sluit geen andere accessoires dan de bijgeleverde
of optionele accessoires aan.
• Stel het apparaat niet bloot aan vuur of water. Dit
kan storing veroorzaken.
• Als u een kabel wilt loskoppelen, moet u aan de
stekker trekken en niet aan de kabel zelf.
• Haal het apparaat uit de auto als u uit de auto stapt
om te voorkomen dat het apparaat wordt gestolen
of dat het apparaat wordt beschadigd door hoge
temperaturen in de auto.
• De ingebouwde batterij kan niet worden
opgeladen bij temperaturen buiten het bereik van
5– 45ºC.
• Laat het apparaat niet achter bij hoge
omgevingstemperaturen. De capaciteit van de
ingebouwde batterij kan hierdoor afnemen of de
ingebouwde batterij kan niet meer worden
opgeladen.
Zorg ervoor dat u de bijgeleverde of optionele
accuadapter of netspanningsadapter gebruikt, die
compatibel is met het apparaat/de houder. Als u
dit niet doet, kan er te veel voltage worden
gebruikt voor het apparaat/de houder. Dit kan
rook, brand of ongelukken tot gevolg hebben.
Zie "Technische gegevens" op pagina 21 voor
meer informatie over de optionele accessoires
voor uw model.