Pioneer AVIC-HD1BT GPS Receiver User Manual


 
Stroomsnoer
RCA
connector 2
Gebruik alleen het meegeleverde verlengsnoer. Het gebruik
van een ander verlengsnoer kan leiden tot brand, rook
en/of beschadiging van dit navigatiesysteem.
12
English
Español
Deutsch
Français
Italiano
Nederlands
Opmerking:
De snoeren voor dit navigatiesysteem kunnen
voorzien zijn van andere kleuren dan die van andere
producten, zelfs wanneer ze dezelfde functie hebben.
Wanneer dit navigatiesysteem wordt aangesloten op
een ander product, raadpleeg dan de bij beide
producten meegeleverde handleidingen en sluit
snoeren op elkaar aan die dezelfde functie hebben.
Paars/wit (REVERSEGEAR SIGNAL INPUT)
Via deze draad wordt aan het navigatiesysteem
doorgegeven of de auto vooruit of achteruit rijdt. U
dient de paars/witte draad te verbinden met de
draad waarvan de spanning verandert wanneer de
schakelhendel in de achteruit wordt gezet. Als de
sensor niet is aangesloten, kan deze wellicht niet
goed waarnemen of uw voertuig voor- of achteruit
rijdt. De positie van uw voertuig zoals
waargenomen door de sensor kan in dit geval
afwijken van de actuele positie.
Aansluitmethode
Klem de draad van het
achteruitrijlicht in de stekker vast.
Maak de stekkerhelften
met een kabeltang dicht.
Draad van
achteruitrijlicht
Zekeringweerstand
Kijk waar het achteruitrijlicht van
uw auto is (het licht dat gaat branden
wanneer de schakelhendel in de
achteruit [R] wordt gezet) en zoek de
draad van het achteruitrijlicht in de
kofferruimte.
De navigatie-eenheid
Verlengsnoer
(voor achteruit-signaal)
Verlengsnoer
(voor snelheidssignaal)
5 m
5 m
Opmerking:
Als de ND-PG1 snelheidsimpulsgenerator
(afzonderlijk verkrijgbaar) wordt gebruikt,
moet erop worden gelet dat deze kabel wordt
aangesloten.
Wanneer u een achteruitkijkcamera gebruikt,
zorg er dan voor dat deze kabel is aangesloten.
Anders kunt u niet overschakelen op het beeld
van de achteruitkijkcamera.
Zie pagina 15.
Geel/zwart (GUIDE ON)
Ingeval dit navigatiesysteem in combinatie wordt
gebruikt met het andere Pioneer audiotoestel
voor het voertuig en de stereo van de auto
geel/zwarte draden heeft, sluit de toestellen dan
aan op deze draden. Hierdoor wordt het volume
van de stereo-installatie in het voertuig automa-
tisch zachter wanneer;
de stembegeleiding klinkt.
de mobiele telefoon wordt gebruikt via een
Bluetooth apparatuur.
u via spraak het systeem bedient.