Filter
Top Products
4
• Plaats de motorunit op een dusdanige plek dat de uitlaatpijp zo kort
mogelijk is. Uitlaten zouden niet langer dan 5 m mogen zijn.
• Vergeet niet dat u aan de zijkanten van de stofzuiger eventueel ruimte
zult nodig hebben om bij de stofcontainer te kunnen.
Zie pagina 7 - Afbeelding 6
• Lijn de inlaatfi tting van de motorunit uit met de van de muur uitstekende
hoofdleiding.
LIJM HET APPARAAT NIET VAST. Bevestig de
uitlaatpijp aan de uitlaat van de motor indien de lucht naar buiten wordt
afgevoerd. Zorg ervoor dat de uitlaatpijp zo kort mogelijk is.
NB: Monteer de centrale motorunit op minimaal 30 cm van het plafond
en een nabijgelegen muur, minimaal 70 cm van de grond en maximaal
1,8 m van een stopcontact. Raadpleeg eventueel toepasselijke lokale
reglementen.
Zie pagina 7 - Afbeelding 2
WAARSCHUWING
Blokkeer de ventilatieopeningen aan de bovenzijde van de centrale
motorunit niet. De motor zal oververhit raken indien er onvoldoende
ventilatie is.
WAARSCHUWING
Plaats de centrale motorunit niet op een plek waar het heel warm is of die
ontoegankelijk is, bijvoorbeeld op zolder of in een kruipruimte.
Voor de allerbeste luchtbeheersing is er de True HEPA-fi lter. Deze kan
meegeleverd zijn met de door u geselecteerde motorunit of kan bij een
erkend dealer/distributeur worden gekocht. Bevestig de True HEPA-fi lter
zoals afgebeeld.
Zie pagina 7 - Afbeelding 7
SYSTEEMTEST
Zorg er daarbij voor dat u aan uw lokale bouwreglement voldoet. Sluit
de stekker van het apparaat aan op een normaal stopcontact. U bent nu
gereed om de installatie van de stofzuiger te controleren:
• Zorg ervoor dat de fi lter zoals het hoort in de motorunit zit.
• Zorg ervoor dat de stofcontainer goed aan de motorunit is bevestigd.
• Sluit de slang aan op elke inlaat om na te gaan of er overal goed
elektrisch contact is.
• Controleer elke inlaat op luchtlekkage.
• Controleer elke buisaansluiting op luchtlekkage.
Zie pagina 7 - Afbeelding 8
GEBRUIKSAANWIJZING VAN DE CENTRALE
STOFZUIGER
U bedient uw centrale stofzuiger via een schakelaar op de slang. Steek de
slang gewoonweg in de inlaat en zet de schakelaar op aan. De centrale
motorunit wordt opgestart en de lucht begint te circuleren.
Wanneer u gereed bent met stofzuigen, zet u de schakelaar uit en
verwijdert u de slang uit de inlaat. Bij het ontkoppelen moet u het luikje
van de inlaat enkele seconden openhouden zodat de zuigkracht kan
verminderen en de dichting van de inlaat beschermd wordt.
Zie pagina 7 - Afbeelding 8
LED-INDICATIES - OPTIONEEL AFHANKELIJK VAN HET
MODEL
Uw apparaat is eventueel uitgerust met een aantal of alle van de hierna
opgegeven indicaties.
Zie pagina 7 - Afbeelding 9
Aan/uit Motor defect Stofcontainer vol Resetten
Uw motorunit is uitgerust met een veelkleurig led-paneel. Dit led-paneel
verschaft u de nodige informatie over de werking, het onderhoud en
de diagnostiek van uw motorunit. Hierna volgt een beschrijving van de
verschillende meldingen van de motorunit.
NORMALE WERKING
Wanneer de motorunit op OFF (uit) en in de zogenaamde stand-bymodus
staat, is de led-knop ROOD.
Staat de motorunit op ON (aan) en is hij in gebruik, dan is de led GROEN.
Wanneer het lampje voor defecte motor brandt, zie dan hieronder voor
een verdere beschrijving. Wanneer het lampje voor de stofcontainer
brandt, moet u deze leegmaken, op de knop RESET (Resetten) drukken
en deze gedurende 10 seconden ingedrukt houden.
MOTOR DEFECT
In geval van een doorgeslagen zekering of ontkoppelde motordraad
en indien de motorunit niet functioneert, blijven de RODE, GROENE en
ORANJE lampjes constant branden.
Bij uitschakeling wegens te hoge stroomsterkte, knippert het RODE
lampje van de AAN/UIT-knop, gaat het GROENE lampje snel aan en uit
en wordt het lampje voor MOTOR DEFECT ORANJE en gaat het snel
aan en uit. Dit defect wordt automatisch in 15 seconden gereset als de
laagspanningsaansluiting UIT staat ter hoogte van de slang. In geval van
een blijvende te hoge stroomsterkte en een laagspanningsaansluiting
die op AAN staat ter hoogte van de slang, brandt het RODE lampje van
de AAN/UIT-knop constant, knippert het GROENE lampje langzaam en
knippert het lampje voor MOTOR DEFECT langzaam ORANJE.
In het onwaarschijnlijke geval van een door de motorunit ontvangen
slechte frequentie, start de motorunit niet en blijft het RODE lampje van
de AAN/UIT-knop constant branden. In geval van een door de motorunit
ontvangen hoge lijnspanning alterneren de lampjes van de AAN/UIT-
knop driemaal tussen ROOD en GROEN, gevolgd door een korte pauze,
en vervolgens driemaal tussen ROOD en GROEN, gevolgd door een
lange pauze, waarna de cyclus zich herhaalt. Dit gaat zo door totdat de
lijnspanning terugkeert naar het correcte niveau.
LCD-SCHERM - OPTIONEEL
Zie pagina 7 - Afbeelding 8
Op het hoofdscherm van de lcd verschijnt het Electrolux-logo. Dit logo kan
van de ene naar de andere kant verschuiven om te voorkomen dat het
beeld in de lcd-display wordt gebrand. U krijgt het logo te zien wanneer
de motorunit niet in gebruik is.
De knop die het beste uitgelijnd is met het aan/uit-symbool op het
scherm, kan dienen om het apparaat te activeren. Druk op deze knop om
het in of uit te schakelen. Het apparaat kan eveneens geactiveerd worden
vanaf om het even welke inlaat.
Wanneer de lcd-motorunit in de stand-bymodus staat, lichten de vier witte
lampjes op uw lcd-unit in volgorde op en worden zij eerst van links naar
rechts en vervolgens van rechts naar links verplaatst. Dit patroon wordt
constant herhaald en is een aanwijzing dat de motorunit gebruiksklaar is
en goed functioneert.