Briggs & Stratton 540000 Automobile Parts User Manual


 
59
nl
Kenmer
k
en en bedieningen
Vergelijk de afbeelding
1
met uw motor om Uzelf vertrouwd te maken met de plaats
van de diverse kenmerken en bedieningen.
A. Motoridentificatie
Model Type Code
B. Bougie
C. Luchtreinigingsfilter, laag profiel
D. Peilstok
E. Olievulopening
F. Oliefilter
G. Olie aftapplug
H. Oliedruksensor
I. Handbeschermer / roterend scherm
J. Elektrische starter
K. Startrelais
L. Regelaar/gelijkrichter
M. LPG/Aardgas Mixer
N. Oliekoeler
O. Uitlaat
Wer
k
ing
Oliecapaciteit (zie het Specificaties hoofdstuk)
Aanbevolen olie
Wij bevelen voor de beste prestaties het gebruik aan van Briggs & Stratton Warranty
Certified olie. Andere hoogwaardige detergerende oliesoorten zijn aanvaarbaar als ze
zijn SF, SG, SH, SJ of hoger zijn geclassificeerd. Geen speciale additieven gebruiken.
De juisteolieviscositeit voor demotor wordt bepaalddoor debuitentemperaturen. Kijk op
de overzichtstabel en kies hieruit de beste viscositeit voor de verwachte
buitentemperaturen.
SAE 30
10W-30
Synthetisch 5W-30
5W-30
°F °C
* Wordt SAE 30 olie gebruikt bij temperaturen onder 40°F(4°C), dan leidt dat tot
startproblemen.
** Het gebruik van 10W-30 bij temperaturen boven 80°F(27°C) kan leiden tot
verhoogd olieverbruik. Controleer het oliepeil vaker.
Olie peilen/bijvullen - Fig.
2
Voordat de olie bijgevuld of gecontroleerd wordt
Plaats de motor waterpas.
Reinig rond de olievulopening.
1. Verwijder de peilstok (A) en veeg deze af met een schone doek (Fig. 2).
2. Installeer de peilstok en draai deze vast.
3. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. Het moet tot de bovenkant van de
“full” markering (B) op de peilstok zitten.
4. Indien laag, langzaam olie bijvullen via de olie vulopening van de motor (C). Niet
overvullen. Wacht een minuut na het bijvullen van olie en controleer dan opnieuw
het oliepeil.
5. Breng de peilstok weer aan en draai deze vast.
Oliepeilcontrolesysteem (indien aanwezig)
Sommige motoren zijn voorzien van een sensor voor het oliepeil. Als het oliepeilte laag
is schakelt de sensor een waarschuwinglampje in of schakelt de motor uit. Schakel de
motor uit en voer de volgende stappen uit voordat u de motor weer start.
Zorg ervoor dat de motor waterpas staat.
Controleer het oliepeil. Zie hiervoor het hoofdstuk Hoe controleren/Olie bijvullen.
Als het oliepeil te laag is vult u de juiste hoeveelheid olie bij. Start de motor en
controleer of het waarschuwingslampje (indien aanwezig) niet gaat branden.
Als het oliepeil niet te laag is mag de motor niet gestart worden. Neem contact op
met een officiële Briggs & Stratton-dealer om het olieprobleemte laten herstellen.
Brandstof Aanbevelingen
WAARSCHUWING
Een ontbrekende of defecte “brandstof afsluiter” kan brand of een
explosie veroorzaken.
Gebruik demachine niet wanneerde “brandstofafsluiter” ontbreektof defectis.
Brandstof moet aan deze voorwaarden voldoen:
Gebruik schone, verse brandstof, vrij van vocht of welk specifiek materiaal dan ook.
Het gebruik van brandstoffen anders dan de volgende aanbevolen waarden kan
prestieproblemen veroorzaken.
In motoren die zijn ingericht voor gebruik op LPG, wordt HD5 LPG aanbevolen. De
aanbevolen brandstofsamenstelling is brandstof met een minimum brandstofenergie
van 22250 k-cal/m
3
met een maximum propyleeninhoud van 5% en butaan en
zwaarder gas inhoud van 2,5% en minimum propaan inhoudvan 90%.
Aardgas of LPG motoren zijn gecertificeerd om gebruikt te wordenop aardgas of
vloeibaar propaangas. Het emissie beheersingsysteem van deze motor is EM (Engine
Modifications).
WAARSCHUWING: De machine waarop de motor is geïnstalleerd is
voorzien van een automatische gas “brandstof afsluiter”. Gebruik de machine niet
wanneer de “brandstof afsluiter” ontbreekt of defect is.
Brandstof bijvullen
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij het toevoegen van brandstof
Vul de brandstoftankbuitenshuis of in eengoed geventileerdeomgeving.
Controleer brandstofslangen,tank, dop enfittingen regelmatig op barsten of
lekken. Zonodigvervangen.
Lees degebruiksaanwijzingdie doordemachinefabrikantis meegeleverdvoor informatie
over het bijtanken van een aardgas of LPG motor.
De motor starten en stoppen
WAARSCHUWING
Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood
veroorzaken.
Bij het starten van de motor
Zorg ervoordat bougie,uitlaat, tankdop enluchtfilter (indiende motorhiermee is
uitgerust) op hun plaats zitten en stevig vast zitten.
Torn de motor niet indien de bougie verwijderd is.
GEVAAR OP GIFTIG GAS. De motoruitlaat bevat bevat koolmonoxide
dat u op enkele minuten kan doden. U kunt het NIET zien, ruiken of
proeven. Zelfs al u geen uitlaatdampen ruikt, kunt u nog altijd worden
blootgesteld aan koolmonoxidegas. Als u zich ziek, duizelig of zwak
begint te voelen bij gebruik van dit product, sluit het dan af en verkrijg
ONMIDDELLIJK verse lucht. Ga naar een dokter. U hebt mogelijk
koolstofmonoxidevergiftiging.
WAARSCHUWING
Gebruik dit product ALLEEN buiten ver weg van vensters, deuren en ventilaties
om het risico te verminderen op koolstofmonoxidegas door accumulatie en
potentieel aangetrokken te worden naar ingenomen ruimtes.
Installeer batterij aangedreven koolstofmonoxide-alarmen of plug-in
koolstofmonoxide-alarmen met batterij back-up volgens de instructies van de
fabrikant. Rookalarmen kunnen geen koolstofmonoxidegas detecteren.
Gebruik dit product NIET in woningen, garages, kelders, kruipruimtes,
schuurtjes of andere gedeeltelijk ingesloten ruimtes zelfs bij gebruik van
ventilators of geopende deuren of vensters voor ventilatie. Koolstofmonoxide
kan snel opbouwen in deze ruimtes en kan uren blijven hangen, zelfs nadat dit
product uitgeschakeld is.
Plaats dit product ALTIJD met de wind mee en richt de motoruitlaat altijd van de
gebruikte ruimtes weg.
Lees degebruiksaanwijzingdie doordemachinefabrikantis meegeleverdvoor informatie
over het starten en stoppen van de motor.
Not for
Reproduction