Snelle Referentiegids 43
BESTANDSLOCATIE: J:\DL\DL044401\DTP\C5268ub0.fm
DELL VERTROUWELIJK – VOORLOPIGE VERSIE 12/8/04 – UITSLUITEND TER CONTROLE
Dell QuickSet-batterijmeter
Als Dell QuickSet is geïnstalleerd, drukt u op <Fn> <F3> om de QuickSet-batterijmeter weer te
geven.
Het venster
Battery meter
geeft de status, het energieniveau en de stroomvoltooiingstijd weer voor
de batterij in de computer.
OPMERKING: U kunt de optionele Media Base gebruiken om de computerbatterij op te laden wanneer
de Media Base zich in standalone-modus bevindt of wanneer de computer op de Media Base is
aangesloten. De extra stroom van de Media Base is beschikbaar voor gebruik door de computer zodra u
de computer dokt.
Wanneer de computer op de Media Base of een ander dockingstation is aangesloten (gedokt),
bevat het venster
Battery Meter
(batterijmeter) daarnaast een tabblad
Dock Battery
(Dokbatterij)
waarin de lading en huidige status wordt weergegeven voor de batterij in het batterijvak van de
Media Base of het andere dokkingstation.
Het venster
Battery Meter
bevat de volgende pictogrammen:
Voor meer informatie over QuickSet, kunt met de rechtermuisknop op het pictogram in het
meldingsgebied klikken (te vinden in de rechteronderhoek van het bureaublad van Windows. Klik
vervolgens op
Help
.
Microsoft Windows Energiemeter
De Windows Energiemeter geeft de resterende batterijlading weer. U controleert de energiemeter
door te dubbelklikken op het pictogram in het meldingsgebied. Raadpleeg voor meer
informatie over het tabblad
Energiemeter
de
gebruikshandleiding.
Als de computer op een
stopcontact is aangesloten, wordt een -pictogram weergegeven.
Controle batterijlading
Tijdens de eerste 3 seconden nadat u op de statusknop op de batterijladingsmeter klikt, geven de
lampjes op de meter de ladingsstatus van de batterij aan. Elk lampje vertegenwoordigt ongeveer 20
procent van de totale batterijlading. Als bijvoorbeeld tachtig procent van de lading resteert, zullen
er vier lampjes branden. Als er geen lampjes branden, is de batterij leeg.
• De computer of het dockingstation draait op batterijstroom.
• De batterij wordt ontladen.
• De computer of het dockingstation is aangesloten op een stopcontact en
gebruikt wisselstroom.
• De batterij wordt opgeladen.
• De computer of het dockingstation is aangesloten op een stopcontact en
gebruikt wisselstroom.
• De batterij is volledig geladen en wordt niet gebruikt.
